vrijdag 8 februari 2019

Duizend koeien?


GJ en GJ wonen hier in de Limousin op het Plateau de Millevaches, een regionaal natuurgebied van 1800 vierkante kilometer, liefst 5% van de oppervlakte van Nederland, dus nog wel wat anders dan de Oostvaardersplassen. Ja, mooi, wat jullie zeggen. Wij genieten er ook nog steeds bijzonder van en kijken nog steeds elke dag uit ons venster met iets van "wow, wij wónen hier!". Dat blijft nog wel even zo, weten GJ en GJ zeker.

Al deze tijd, ruim een jaar alweer, hebben wij gemeend dat "Millevaches" stond voor de vele koeien die hier zomer en winter in de weiden lopen. Prachtige koetjes zijn het, roodbruin met pronte hoorns en van het ras limousine, waarvan het vlees tot ver buiten de Franse landsgrenzen geroemd wordt. Wij kopen het hier gewoon bij onze slager en hoeven er niet eens speciaal om te vragen of extra voor te betalen.

Nu zouden GJ en GJ heel graag willen vertellen over die keer dat ze paddestoelen aan het zoeken waren en in één van de schitterende bossen hier een oud vrouwtje tegenkwamen dat hun in de bijna onverstaanbare streektaal toevertrouwde wat die naam Millevaches dan wél betekende, maar zo romantisch is het leven helaas weer niet. Wat er in werkelijkheid gebeurde was dat taalfanaat GJ aan het grasduinen was naar woorden in het limouzi, het Occitaanse dialect dat hier nog sporadisch gesproken wordt, en las dat dat van die koeien niet klopt.

De werkelijkheid, zo stond te lezen, is dat de naam afkomstig is van het Occitaanse melo vacua, dat zo veel betekent als "verlaten hoogvlakte". Hoewel andere bronnen weer beweren dat de naam nóg ouder is en afkomstig van het Keltische mil batz, of "duizend bronnen".

Dat snijdt allemaal hout. Het ligt hier in de uitlopers van het Massif Central best hoog en heel dichtbevolkt is het er met 23 personen per vierkante kilometer (!) ook niet. En inderdaad stikt het er ook van de bronnen en de stroompjes. Echt, jullie moeten 's komen kijken!

Maar dat van die koeien, wat nog weer andere taalkundigen dus gewoon denken, kan dan ook nog. GJ en GJ vinden het eigenlijk allemaal wel best. Zij kijken met onverminderd genoegen uit over hun verlaten hoogvlakte met duizend bronnen en ontelbare grazende koetjes.Kaas! Hadden we al over de kaas verteld? Nee! Maar dat is weer voor een volgend stukje.

maandag 21 januari 2019

Douchen op diesel


In grote delen van Frankrijk is aardgas een exotisch begrip. En gas, van welke aard ook, is op het Franse platteland al helemaal niet iets waarop je je huis verwarmt. Als je erop kookt, komt het uit een fles. Verwamen doen ze hier op elektriciteit, maar vaker nog op ouderwetse stookolie. Het ruim honderd jaar oude pittoreske optrekje van GJ en GJ is daarop geen uitzondering (ook het koken verliep op flessengas, maar dat hadden GJ en GJ binnen vier weken omgekat naar een eigentijds inductietoestel, erg fijn hoor).

De stookolie zit in de kelder in een grote tank van 1200 liter naast de verwarmingsketel. Als de tank bijna leeg is, bel je de olieboer, en die vertelt je dan wat de literprijs van het moment is en wanneer hij met zijn tankwagen komt voorrijden. Het is allemaal een beetje opletten en daar moet je aan wennen.

Vorige week concludeerden GJ en GJ dat de olie er best wel bijna op uitzag, dus ze belden. De olieboer vertelde dat de olie momenteel 93 cent per liter kostte en tevens dat het heel druk was. Was vrijdag goed? Hij zou de dag tevoren laten weten hoe laat. Dat was goed.

Toen GJ en GJ vrijdag wakker werden, realiseerden ze zich dat ze niet waren gebeld. Ook vonden ze het in huis niet heel behaaglijk warm. Dat klopte: de ketel was geheel stilgevallen en toen GJ op de startknop drukte, klonk er slechts een droef gegorgel. GJ belde maar meteen de olieboer. "Aïe, en panne sèche?" Dat was heel désagréable! Maar helaas was het zelfs Nog Veel Drukker gebleken en kon er niet worden geleverd vóór dinsdag. Allez, au revoir!

Daar zaten GJ en GJ, terwijl het kwik zienderogen daalde. Zo vier dagen door zien te komen? Dat leek een onprettig vooruitzicht. Gelukkig herinnerde GJ zich uit zijn tijd in België, waar ook nog veel op olie wordt gestookt, dat het goedje chemisch identiek is aan dieselbrandstof. Die laatste is vooral duurder omdat er meer accijns op wordt geheven, maar warmte in de woning is ook wat waard.

In het naburige stadje bleek zowaar één (1) jerrycan à 10,95 te koop en de diesel kostte er slechts 1,42 per liter. Gewapend met elf liter van het prijzige spul kwamen GJ en GJ thuis, waar ze zich gelukkig op tijd herinnerden dat de ketel na bijvullen twee uur uit moet blijven om te voorkomen dat er bezinksel in de leidingen komt. Daarna mochten ze het gelukkig weer warm krijgen en kon er weer prettig gedoucht worden, wat ook nooit weg is wanneer men prijs stelt op een sociaal leven. Quel bonheur!

Zojuist heeft GJ voor de derde maal elf liter diesel in de tank gegoten. Daarmee moeten we het kunnen uitzingen tot morgen halftwee, als hopelijk de tankwagen voorrijdt. Wij zijn weer wat wijzer. De dankbrief van het Ministère des Finances is er nog niet, maar dat lijkt ons een kwestie van tijd.


zondag 13 januari 2019

Hiep Hiep Heureux!

13 januari 2019 is het, precies één jaar nadat we met een tot op de laatste kubieke millimeter volgestouwde Eetschrijverscabriolet Frankrijk binnenreden om er definitief te gaan wonen. Gigantisch avontuur. Beste beslissing ooit. Heureux comme Alexandre. Reden voor een feestje. En voor een gloednieuw blog, dat we hopelijk samen een beetje bij gaan houden!

De titel? Bedacht door Emme Demmendal naar aanleiding van een Twitterbericht waarin we onszelf ook "Heureux comme Alexandre" verklaarden. Wat dan weer de naam is van het restaurantje in Orléans is waar we op de avond van onze blijde intocht gingen eten.

Vandaag veel herinneringen opgehaald, vanavond du pétillant in het glas en amoureuse de Dijon op het bord. Vanaf morgen méér herinneringen maken. Met ons inspirerende uitzicht moet dat lukken! À bientôt!